Voetballen, hoe leer je dat ?

* = Vroeger voetbalden de spelers vele uren/week op straat en ze ontwikkelende hun techniek en voetbalintelligentie door te leren omgaan met de steeds wisselende omstandigheden (Bomen, sloot als zijlijn, tuin van de buur, …)

 

Eisen van de coach

Hierbuiten ook rekening houden met :

de leeftijdskenmerken

decoach-doelstellingen per leeftijdscategorie

Vereenvoudigen van het spel maar toch de voetbalkenmerken moeten erin aanwezig blijven

Beide partijen kunnen scoren

Twee teams in tegenovergestelde richting aan elkaar

Afgebakend veld

Voetbaleigen vormen !!

 

 

Het lezen van de voetbalsituatie

Het kunnen "spelen" met de voetbalweerstanden

(methodische stappen kunnen maken)

Het probleem duidelijk kunnen maken

Het geven van het juiste voorbeeld

Het creëren van het juiste leerklimaat, prestatiesfeer verbeteren

(het gaat om het behouden van de structuur (speelrichting en regels waarbinnen het spel wordt gespeeld) :(bv uit is uit)

Coachen is het beïnvloeden van het voetballen of van de spelers

 

We houden ons bezig met de oorzaken en gevolgen die het resultaat van de wedstrijd bepalen

(niet laten afleiden door zaken niet direct met het spel te maken hebben.)

Onthouden van deze gebeurtenissen

Afhankelijk van de leeftijdsgroep tracht de coach een positieve bijdrage te leveren aan de voetbalontwikkeling van de spelers

Afstand nemen van de emoties die bij voetballen horen

(ó de supporter : joelen, fluiten, …)

Verder denken dan de wedstrijd van vandaag. Het winnen vandaag is van ondergeschikt belang aan de ontwikkeling die morgen plaatsvindt.

Voor de spelers gaat de wedstrijd om te winnen voor de coach is het een middel om de ontwikkeling van de spelers te bevorderen en testen.

Actief kijken : Niet enkel de gevolgen zien (

Training is het gevolg van een wedstrijd. Wat verkeerd ging moet In het vervolg goed gaan of wat goed ging moet nog eens extra worden benadrukt en bevestigd

Ontwikkeling van een bepaalde speler mag niet worden opgeofferd voor het resultaat van het team.

Af en toe wisselen van positie om de speler als voetballer completer te maken.

 

 

zoals de supporter) maar vooral naar de oorzaken kijken (hoe, wat wanneer en het waarom )

Hoe leer je coachen ?

Coachen heeft te maken met ervaring. Je leert het door te doen.

Kritisch te zijn voor je zelf. Deed ik het goed ? Hoe reageerde de spelers? Was de reactie zoals verwacht ? Hoe het ik het eventueel anders kunnen doen ?

Er plezier aan beleven

 

 

Het leren coachen onderscheiden we in vijf fazen :

Kennis en inzicht in het voetballen

(wat bij balbezit, bij balbezit tegenpartij eisen van een bepaalde positie, …)

Het lezen van het voetbal

Doelstellingen

(Waarnemen zowel voor, tijdens en na afloop van training en wedstrijd) Er doen zich veel meer voetbalproblemen (hoe meer ervaring van de coach hoe meer voetbalproblemen hij zal zien) voor dan dat hij voor mogelijk hield stel eens een lijstje op.Hoe kunnen deze voetbalproblemen opgelost worden. Het antwoord op deze vraag zijn de doelstellingen

Stellen van prioriteiten

Alle voetbalproblemen kunnen niet tegelijk op gelost worden. Sommigen dienen eerst opgelost te worden voor een ander kan worden opgelost (ook rekening houden met de doelstellingen van de leeftijd)

Maken van plannen

Wat wil de coach op het einde van het seizoen bereiken. In de planning zijn de prioriteiten opgenomen. Kan ook voor een kwartaal of een maand.

Plannen en voorbereiding van de training zijn essentiële zaken.

Van Gelder gaat uit van volgende sleutelvragen ?

Waar moet ik beginnen

beginsituatie

Wat wil ik bereiken ?

doelstelling

Hoe kan ik de training geven ?

Met welk resultaat heb ik de training gegeven ?

(wat en hoe/middelen)(evaluatie)

Coachen voor en na de wedstrijd :

 

 

 

Dit betekent het volgende :

 

 

Voor de wedstrijd :

Jongste jeugd :

Oudere jeugd :

Inhaken op het beeld uit een vorige wedstrijd (te veel balverlies door individuele acties op moment dat er teveel tegenstanders in de buurt staat.

 

 

 

Laten "uitrazen" (met de bal)

Omkleden en zelfstandigheid in de kleedkamers bevorderen

Opmerking over de wedstrijd in de zin van "De bal niet afwachten, …

Tijdens de wedstrijd :

Jongste jeugd :

Oudere jeugd :

Opmerkingen in relatie tot presteren in de wedstrijd (zowel individueel als collectief) waarbij het gaat om het nastreven van resultaat. Bv "Stoor niet alleen, wanneer niet iedereen meedoet.

Alle aanwijzingen bij voorbaat vooraf laten gaan door het zelf laten opsporen van de problemen en antwoorden laten zoeken

 

 

Jongste jeugd :

Oudere jeugd :

Spelers eerst aan bod laten komen over hun ervaring van de wedstrijd.

Zowel positieve als negatieve punten "duidelijk" aan bod laten komen.

Het beestje bij de naam noemen

Relatie laten leggen tussen de trainingen en wedstrijdsituaties

Individuele aspecten accentueren "steeds verkeerd passen, prima vrije trap, niet goed coachen

 

 

Korte in drukken van de wedstrijd verzamelen en samenvatten.

lekker douchen, je schoenen buiten uitslaan, géén troep in de kleedkamer achter laten.

Wissels :

Aanvoerderschap :

Opstelling :

De opstelling is een produkt van het nadenken over het zo optimaal mogelijk benutten van de beschikbare kwaliteiten en dit volgens de visie waarmee gevoetbald wordt (motiveren tov betrokkenen, spelers, bestuur)

Ook de beste spelers zodanig neer te zetten dat er steeds "op de tenen" moet worden gelopen. (overzetten naar ouder jeugd). Dus spelers daar laten spelen waar ze nog kunnen verbeteren, dus niet in het belang van het elftal

Aanpassen aan de tegenstanders enkel bij oudste jeugd en mag niet teveel afbreuk doen aan de visie tav het jeugdvoetbal.)

 

 

 

Bij jongste grootste praatjes maker, …

Bij de oudste jeugd via aanvoerder een aantal zaken door de groep laten regelen, een soort verlengstuk van de coach (wel blijven controleren).

De aanvoerder moet een positieve invloed hebben op het resultaat.

Zoek samen naar zo’n speler. De speler moet het ook willen

Veelal zal er een natuurlijke leider aanwezig zijn. Observeer dus eerst de groep.

 

 

Bij de jongsten voorkomen dat er wissels langs de kant staan.

"Sterkste formatie in het veld op de momenten waar het er om gaat."

Een wissel moet steeds de bedoeling hebben het spel te verbeteren. Naderhand ook de wissel motiveren (wat was de bedoeling => wat was het resultaat)

Bij het nastreven van resultaat zal bij iedereen duidelijk moeten zijn (via training, coaching, bespreking) langs welke weg dit resultaat nagestreefd zal worden. De spelers zullen hierdoor meer begrip krijgen voor de maatregelen.

Bij teams/spelers/categorieën waar het resultaat minder belangrijk wordt geacht, zijn regelingen tav de wissels gebaseerd op ieder zijn beurt.

 

 

Na de wedstrijd :

Globale aanwijzingen die een relatie hebben met en herkend worden uit eerdere situaties (trainingen/wedstrijden/besprekingen), ga naar de bal toe, ga naar het doel met die bal

Het coachen in de verschillende ontwikkelingsfasen :

Niet "de" techniek, maar het spel, de spelontwikkeling en de spel- en wedstrijdrijpheid staan naast de spelvreugde centraal.

De techniek niet loskoppelen van het spel dus steeds onder weerstand inoefenen (ó Will Coerver)

 

Spelrijpheid :

De rol van de coach :

Coachdoelstellingen :

Coachen van de wedstrijd komt pas rond 12 jaar echt aan de orde

5-8 jarigen is 7:7 te onoverzichtelijke : te veel spelers en te groot speelveld. Daarom word er meer en meer op aangedrongen om 4:4 te spelen.

Pupillen : Het accent ligt op "motorische vaardigheden", uitvoering van de techniek het hier-en-nu" denken van het kind

Junioren : inzicht en communicatie gaat een belangrijke plaats innemen.

Vanaf 12 jaar uitgesteld denken (= een beeld vormen van wat komen gaat of wat geweest is). De coach dient het visueel te maken bv een technische vaardigheid die fout ging even laten zien en vervolgens het goed voordoen.

 

Het vroeger trial and error leren (straatvoetbal) moet gecompenseerd worden door efficiënte coaching

Wedstrijden (vriendschappelijk, competitie), partij-, spel-, wedstrijd- en oefenvormen op training

 

 

Werd vroeger op staart opgedaan. Nu moet dit in een veel sneller gebeuren en dit kan enkel door gebruik te maken van vereenvoudigde spelvormen.

Basisvormen (4:4, 1:1, 5:2)

Later meer complexere spel- en wedstrijdvormen

Alleen spel- of wedstrijdvormen brengt de juiste sfeer, waarin spelers (zowel jongs als oud) gemotiveerd zijn en met volle inzet spelend oefenen.

 

 

Doelstellingen met betrekking tot het leren van taken en functies in voetballen

:

 

4 tegen 4

7 tegen 7

taken en functies in relatie Taken en functies in relatie

tot positie positie en linie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

11 tegen 11

Taken en functies in relatie tot positie, linie en team

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

positie 11e speler : extra verdediging/middenveld/aanval

 

 

 

Opleiding & coach doelstellingen :

 

Leeftijd

Doel

Inhoud

     

5-7 jaar

Bal is doel

zgn

voorfase (de bal is rond … en dat is best moeilijk)het leren beheersen van de bal

T.i.c.

vaardiheidsspelvormen

-richting

-snelheid

nauwkeurig

± 7-12 jaar

Bal is middel

basisspel-rijpheid

T.I.c

spelinzicht en technische vaardigheid ontwikkelen door middel van het spelen in vereenvoudigde voetbalsituatie

(de zgn basisvormen)

12-16 jaar

wedstrijd is middel

wedstrijd

(11:11)-rijpheid

T.I.C.

teamtaken, taken per linie en posities ontwikkelen door kleine en grote wedstrijdvormen

(en afgeleide vormen)

± 16-18 jaar

wedstrijd is doel

competitie-rijpheid

T

.I.C.

wedstrijdcoaching

-rendement wedstrijdrijpheid

mentale aspecten

± 18 jaar

competitie is doel

optimale rijpheid

in senioren en/of topvoetbal

T.I.C.

specialisatie of multi-functionele beïnvloeding